cadenza verdi requiem

Verdi Requiem in het Concertgebouw en de Doelen

The National Choir of Ukraine "DUMKA"

THE INTERNATIONAL SYMPHONY ORCHESTRA, INSO LVIV

Dirigent: RAYMOND JANSSEN

cadenza verdi requiem

Een hoofdrol voor emotie  


tijdens het Verdi Requiem in het Concertgebouw en de Doelen

Giuseppe Verdi is één van de meest illustere Italiaanse componisten aller tijden. Hij schreef meer dan twintig opera’s waarvan er een groot aantal absolute wereldfaam verwierf. Naast opera’s schreef de legendarische componist gelijktijdig met zijn opera Aïda het vermaarde ‘Requiem’. Duetten, aria’s en vooral de vele imposante koorpassages maken deze compositie tot één van de meest indrukwekkende belevingen in de concertzaal. Deze spectaculaire compositie wordt in de grootste bezetting aller tijden uitgevoerd door:

The International Symphony Orchestra uit Lviv en The National Choir from Ukraïne ‘DUMKA’

onder leiding van de Nederlandse dirigent Raymond Janssen.

 

Samen met gerenommeerde solisten vertolken ze de meest overweldigende versie van het ‘Verdi Requiem’ ooit.

Het bijzondere concert is op 19 november te zien in het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam

en op 20 november in De Doelen in Rotterdam.

Solisten 

Silvia Sorina Munteanu-sopraan

De Roemeense sopraan Silvia Sorina Munteanu zingt aan de meest gerenommeerde operahuizen ter wereld. Aan de opera New York, Atlantis, Texas, New Hampshire, Kansas en Pennsylvania. In Duitsland aan de opera van Frankfurt en Essen in Italië in de Arena van Verona en het Teatro Carlo Felice in Genova. In 2010 nam zij de “Opera singer of the Year 2010” award in ontvangst. Tot de hoogtepunten van haar repertoire behoren de rollen Norma, Aïda, Santuzza, Turandot, Il Trovatore en Abigaïl in Nabucco. Voor het Verdi Requiem is zij een veel gevraagde soliste door vele grote dirigenten.

 

verdi requiem Cadenza

Alla Pozniak 

mezzo-sopraan

Mezzo sopraan Alla Pozniak behoort tot een van de meest opmerkelijke zangeressen van deze tijd. Zij debuteerde aan de opera van Kiev als Konchakovna in de opera «Prince Igor» van Borodin. Als “the Leading mezzo soprano” van de Nationale opera van Kiev zingt zij o.a. “Aida” (Amneris),  “Don Carlo”(Eboli), Saint-Saens “Samson et Dalila”;Mussorgsky “Boris Godunov” (Marina); Rimsky-Korsakov “The Tsares Bride” (Luibasha) en  Tchaikovsky’s “Queen of Spades” 

 

Onlangs schreef de Franse krant Le progres over haar vertolking van het Verdi Requiem tijdens het muziekfestival van La Chaise-Dieu: especially noted Alla Pozniak's "great and rare in beauty of the timbre, unique voice".

Records: Verdi, G.: Tutto Verdi – The operas / Don Carlo (Teatro Comunale di Modena, 2012)
Verdi / Aida, Verdi / Don Carlo, Verdi / Requiem, Tchaikovsky / Mazeppa, Mussorgsky / Boris Godunov, Ponchielli / La Gioconda - TV version canal «Culture».
 

verdi requiem cadenza

Roman Trokhymuk  tenor

De uit Lviv afkomstige tenor Roman Trokhymuk won in 1998 een eerste prijs tijdens het internationale zangconcours Lyudkevych in Oekraïne. Dit resultaat leverde hem een studiebeurs om een opleiding in Duitsland te volgen met als doel zich in het Wagner repertoire te verdiepen. Hieruit volgden enkele gastoptredens tijdens de Bayreuther Festspiele. Roman is verbonden aan meerdere operahuizen in Oost Europa o.a. Lviv, Kiev en Warschau waar hij schitterd in Rigoletto, als Pinkerton in Madame Butterfly, Tosca en Un Ballo in Maschera. Het Verdi Requiem behoort eveneens tot een van zijn favoriete rollen
verdi requiem cadenza

Serhii Magera

De uit Oekraïne afkomstige bas Serhii Magera oogste tussen 1996 en 2003 een record aantal eerste prijzen tijdens zangconcoursen, waaronder: Ragusa in talië; the 1st International Ivan Patorzhynskyy Competition, the 5th International Singing Competition (Budapest, The International Maria Callas Grand Prix in Athens,“Citta di Alcamo” in Italy, The Montserrat Caballé Principality of Andorra, the International Vocal Competition of Bilbao in Spanje. 

Serhii Magera is vast verbonden aan de opera van Kiev en aan het Bolshoi theater. Daarnaast zing hij als gast in het Gran Teatre deI Liceu in Barcelona, Opera Toulon, Tokyo City Opera, Hungarian State Opera, Gärtnerplatztheater in München. 

Zijn repertoire omvat: o.a Lady Macbeth of the Minsk  D.Shostakovich, Mazepa, Iolanta en Eugene Onegin van Tchaikovsky. Boris Godunov, M.Mussorgsky, Aleko -S.Rachmaninoff, The Tsar’s Bride door N. Rimsky-Korsakov, La Gioconda, Turandot, La Boheme, Norma, Lucia di Lammermoor, Romeo et Juliette, Il Barbiere di Siviglia, Rigoletto, Macbeth, Il Trovatore, Aida, Don Carlo, Nabucco,  Don Giovanni, Messa da Requiem van G.Verdi.

 

verdi requiem cadenza

'Intens' zo laat het ‘Requiem van Verdi’ zich wellicht het beste omschrijven. Overweldigende emoties, diepgaande muziek en prachtige melodieën staan centraal tijdens misschien wel het meest indrukwekkende muziekstuk dat ooit geschreven is. Het wordt bovendien vaak bestempeld als de beste opera die Verdi creëerde, omdat de muziek het publiek vanaf de eerste noot in vervoering brengt. 

Speciaal voor een korte Nederlandse tournee creëerde dirigent Raymond Janssen een spectaculaire versie van het ‘Verdi Requiem’ die in deze vorm ongeëvenaard is. Meer dan 130 musici vertolken samen met solisten van naam, het iconische meesterwerk en zorgen voor muzikaal vuurwerk. Verdi schreef het wereldberoemde Requiem als eerbetoon aan twee mannen waarvoor hij groot respect koesterde: Componist Rossini en humanist Manzoni.


The National Choir of Ukraine "DUMKA"

The National Choir of Oekraine DUMKA is opgericht in 1919 en viert dit jaar haar 100 jarig bestaan. 

 

Binnen deze 100 jarige traditie hebben diverse dirigenten zoals Nestor Horodovenko, Oleksandr Soroka, Pavlo Muravskyi en Mykhaylo Krechko hun stempel gedrukt op traditionele uitvoeringswijzen en cultuur. 

Sinds 1984 staat het koor onderleiding van de prominente Oekrainse dirigent Yevhen Savchuk. Savchuk leidde het koor naar internationale bekendheid. Het repertoire omvat composities van Renaissance tot hedendaagse muziek zowel in a’capella stijl als in vocaal symfonische werken. De grootste kracht heeft het koor in het romantische en hedendaagse repertoire. De klankkleur, de enorme dynamiek en expressie maken het koor tot een van beste in Europa. Vele CD opname’s en internationale concertreizen naar o.a. Italië, Polen, Frankrijk, Engeland, Duitsland en Nederland, getuigen hiervan.

Dumka heeft eveneens een groot aantal prèmieres op haar naam staan waaronder Sylvestrov’s “Diptych” en het “Requiem for Laryssa”, Stankovych’s “Babyn Yar”, “Requiem”, “Legend about Prince Ihor’s Campaign”, Laniuk’s “Palimpsests”,

Dumka nam 28 CD’s op die wereldwijd op de markt verschenen.

 

 

verdi requiem cadenza

Raymond Janssen - dirigent

Alles is uit de kast gehaald om van deze concertreeks met het Verdi Requiem in Concertgebouw Amsterdam en de Doelen Rotterdam een onvergetelijke en intense belevenis te maken.

Dirigent Raymond Janssen

 

Initiatiefnemer van de concertreeks van het Verdi Requiem in Concertgebouw Amsterdam en de Doelen is dirigent Raymond Janssen. Hij is geen vreemde in de wereld van klassieke muziek en heeft zijn sporen verdiend als het gaat om originele en kwalitatief hoogstaande concerten. Raymond Janssen is vooral een specialist op het gebied van Oost-Europese topmusici. Hij slaagt er telkens weer in om complete symfonieorkesten en koren in spectaculaire bezetting naar onder meer Nederland, Duitsland, Italië en België te halen. Raymond Janssen maakt jaarlijks furore met kerstconcerten, is bekend door zijn uitvoeringen van het Verdi requiem, de Matthäus Passion Opera Gala’s maar draait tegelijkertijd zijn hand niet om voor vernieuwende projecten. In 2011 schitterde hij bijvoorbeeld met koor en groot orkest tijdens de Queen Experience in het Gelredome en hij vertaalde de epische muziek van The Lord of the Rings trilogie naar een spectaculaire concertreeks. Janssen oogst al jaren sinds jaren veel lof met zijn uitvoering van de Carmina Burana in uitverkochte zalen en is daarmee ook in 2019 door Nederland op tournee. Het ‘Requiem van Verdi’ behoort tot zijn persoonlijke favorieten. Alles is dan ook uit de kast gehaald om van deze concertreeks met het Verdi Requiem in Concertgebouw Amsterdam en de Doelen een onvergetelijke en intense belevenis te maken.

INSO Lviv

INSO (International Symphony Orchestra) is een jong en succesvol orkest. Met flair, elan en esprit verovert dit jonge orkest het hart van zijn publiek.

De jaarlijkse concertreizen in Europese landen, zoals Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk, Italië, Polen, Portugal en Spanje maken dat INSO reeds een plek verworven heeft binnen de internationale podia.

Enthousiaste musici, creatief op zoek naar nieuwe wegen en vormen binnen de klassieke muziek.

Samenwerking met wereldberoemde musici en dirigenten en de 'cross-art' aanpak maken hen tot een aanrader.

De stad Lviv met vijf orkesten, meerdere koren en een operahuis ontworpen door August Sicard von Sicardsburg, die ook tekende voor de Weense staatsopera, vormt het perfecte decor voor internationale festivals, zoals Virtuosos en Contrasts, evenals het Alfa Jazz Fest, waarop vorig seizoen het Avishai Cohen Trio door Paramax Films op camera werd vastgelegd voor Mezzo Classic en Jazz TV.

verdi requiem cadenza

Historie van het Verdi Requiem

Hier leest u alles over het Verdi Requiem

De geschiedenis van het Verdi Requiem begon in 1868 met het overlijden van de Italiaanse componist Gioacchino Rossini. 

Rossini was een gevierd Italiaanse componist met vele vrienden en bewonderaars tevens zeer gewaardeerd door zijn collega’s. 

Verdi nam het initiatief tot het schrijven van een Requiem als eerbetoon voor de gestorven Rossini. Samen met twaalf andere Italiaanse componisten zou er een samenwerking project worden gestart. Elk van de componisten zou een deel voor zijn rekening nemen. De première zou plaats vinden in Bologna op de eerste verjaardag van Rossini’s dood.

Verdi’s bijdrage was het “Libera me” en stuurde dit deel in. Tot zijn ergernis lieten de andere componisten te lang op zich wachten met als gevolg dat een uitvoerbaar geheel niet op tijd tot stand is gekomen en de première in Bologna werd afgezegd. 

Pas in 1988 werd door de dirigent Helmut Rilling een gereconstrueerde versie van het samenwerking project uit 1868 uitgevoerd in Stuttgart.

 

De Samenstelling voor het aanvankelijke Requiem voor Rossini was als volgt:


  • Antonio Buzzolla - (1815–1871) I. Introitus Requiem e Kyrie chorus 
  • Antonio Bazzini - (1818–1897) II. Sequentia 1. Dies Irae chorus 
  • Carlo Pedrotti - (1817–1893) 2. Tuba mirum solo (baritone) and chorus 
  • Antonio Cagnon - (1828–1896) 3. Quid sum miser duet: soprano, alto 
  • Federico Ricci - (1809–1877) 4. Recordare Jesu quartet: soprano, alto, baritone, bass 
  • Alessandro Nini - (1805–1880) 5. Ingemisco solo (tenor) and chorus 
  • Raimondo Boucheron - (1800–1876) 6. Confutatis, Oro supplex solo (bass) and chorus 
  • Carlo Coccia - (1782–1873) 7. Lacrimosa, Amen, A Capella chorus and chorus 
  • Gaetano Gaspari - (1808–1881) III. Offertorium Domine Jesu, Quam olim Abrahae Hostias, Quam olim Abrahae quartet (soprano, alto, tenor, bass) and chorus 
  • Pietro Platania - (1828–1907) IV. Sanctus Sanctus, Hosanna, Benedictus, Hosanna solo (soprano) and chorus 
  • Lauro Rossi - (1810–1885) V. Agnus Dei Agnus Dei solo (alto) 
  • Teodulo Mabellini - (1817–1897) VI. Communio Lux aeterna trio: tenor, baritone, bass 
  • Giuseppe Verdi - (1813–1901) VII. Responsorium Libera me, Dies Irae, Requiem aeternam, Libera me solo (soprano) and chorus

Alessandro Manzoni

Toen in mei 1873 Alessandro Manzoni de romantische schrijver en voorstander van de Italiaanse eenwording stierf, raakte Verdi opnieuw enthousiast om een requiem te schrijven. Manzoni was tevens een van Verdi’s beste vrienden en inspiratiebronnen. Hij schreef over Manzoni ik zou voor hem willen knielen als het toegestaan was mensen te vereren’. 

Verdi voelde zich schuldig omdat hij niet in de gelegenheid was Manzoni’s begrafenis bij te wonen en begon enkele weken later met het componeren van het Requiem in de vorm zoals wij dit nu kennen. 

De 60 jaar oude Verdi stond op dat moment op het hoogte punt van zijn roem en kunnen. Aida was net voltooid en de verwachtingen omtrent het Requiem waren hoog.

De stad Milaan wist de première naar zich toe te trekken en zou de uitvoering laten plaats vinden op de eerste verjaardag van Manzoni’s dood in de San Marco kerk. Verdi zou zelf de eerste twee uitvoeringen dirigeren, waarvan de tweede uitvoering plaats vond in het theater La Scala Milaan.

Er was een enorme nationale en internationale belangstelling voor het nieuwe requiem dat opnieuw een groot succes bleek te zijn voor Verdi. 

Er werden zelfs bewerkingen door andere componisten gemaakt om het requiem ook in een andere vorm te kunnen uitvoeren. Een bewerking voor piano vier-handig en een bewerking voor blaasorkest zijn nog voorhanden. 

 

Kritiek op Verdi’s Requiem

 Collega’s verdiepten zich in de partituur en waren voor of tegen het theatrale requiem. 

 Johannes Brahms schreef “alleen een genie heeft deze muziek kunnen componeren” en Richard Wagner uitte zich slechts met de woorden “Het is beter……. Niets …..te zeggen”.

 

De Ceciliaanse beweging

De kritiek op deze bombastische opzet werd aangewakkerd en kwam groten deels voort door de Ceciliaanse beweging. Deze kerkelijke hervormingsbeweging wilde de katholieke kerk ontdoen van een theatrale muziekstijl en terug keren naar de meer sobere Gregoriaanse stijl en de polyfonie.

 

Verdi een liberaal katholiek

Ofschoon de Italiaan Verdi vanuit zijn eigen traditie als vanzelfsprekend diep geworteld was met het katholicisme, ontwikkelde hij zich tijdens zijn leven tot een agnost. Hij bevrijde zichzelf van de beklemmende ketenen van het katholicisme en noemde zich bij voorkeur “een zeer liberaal katholiek” maar hij was in werkelijkheid een compleet niet-gelovige.

 

De inhoud van het Verdi Requiem

De uiterst markante en opzwepende ritmes, afgewisseld met sublieme melodieën en dramatische contrasten maakten het Verdi requiem tot een van de meest populaire klassieke composities ooit. Als religieus scepticus spreekt Verdi in dit werk meer de taal van het theater dan die van de kerk.

De teksten uit de Rooms Katholieke doden mis gebruikte Verdi om zijn eigen emoties te kunnen kanaliseren op de voor hem bekende en grootse manier die hij ook toepaste in al zijn opera’s. Waarbij opgemerkt kan worden dat zelfs in zijn opera’s  Verdi nooit zo’n breed emotioneel spectrum doorkruiste en dat op zo weinig pagina’s als in het Requiem.

Het Verdi Requiem in het Concertgebouw en de Doelen

The International Choir of Ukraine "DUMKA"

The International Symphony Orchestra INSO Lviv

Sorina Munteanu-Alla Pozniak-Roman Trokhymuk-Serhii Magera

olv Raymond Janssen

Inhoud van het Verdi Requiem

1.      Requiem æternam 

2.      Kyrie eleison 

3.      Sequence: Dies Irae  

4.      Sequence: Tuba mirum 

5.      Sequence: Mors stupebit

6.      Sequence: Liber scriptus; Dies irae

7.      Sequence: Quid sum miser

8.      Sequence: Rex tremendae

9.      Sequence: Recordare

10.    Sequence: Ingemisco

11.    Sequence: Confutatis maledictis; Dies irae

12.    Sequence: Lacrymosa

13.    Offertory: Domine Jesu Christe

14.    Offertory: Hostias et preces

15.    Sanctus

16.    Agnus Dei

17.    Lux aeterna

18.    Libera me: Libera me

19.    Libera me: Dies irae

20.    Libera me: Requiem æternam 

21.    Libera me: Libera me

 

Dies Irae

Het “Dies Irae” schildert de meest angstaanjagende scene uit de compositie die meerdere malen terug komt. 

De korte openings akkoorden afgewisseld met de droge en  tegendraadse pauken slagen en Gran Cassa symboliseren de klop op de poorten die het laatste oordeel aankondigen. 

Verdi speelt met de archetypische oerangst die de mensheid verborgen in de hypotylamus met zich meedraagt. De hypotylamus is het oude hersendeel ook wel het reptielenbrein genoemd. Gevoelens en diepe emoties als angst zijn daar opgeslagen en worden door de massieve paukenslagen tijdens de opening van het Dies Irae geprikkeld. 

 

Tuba Mirum

De acht trompetten die Verdi voorschrijft - waarvan er vier het podium omringen - vormen de oproep tot het “Oordeel”. De graven openen zich en zowel de levenden als de doden worden in het “Rex tremendae Majestatis” geoordeeld. Een viervoudig fortissimo door koper-fanfares en het koor creëren de illusie van de machtige Koning en Majesteit waarvoor we zullen verschijnen om een keihard oordeel over ons af te krijgen. “Vagevuur of eeuwige vreugde“ in het hiernamaals”. 

 

liber scriptus

In het “liber scriptus” een geniale aria voor de mezzo-sopraan wordt gezegd dat dit alles is opgeschreven in de Schrift en dat het zal gebeuren.

 

Recordare 

Na al deze bombastische en groots opgezette dramatische scenes volgt een bizar contrast, het “Recordare” een ongelofelijk mooi lyrisch duet voor de sopraan en de mezzo-sopraan. Tijdens dit duet komen voor het eerst de echt menselijke emoties aan bod, het “ik” het angstige “ik” dat vraagt om genade en vooral niet vergeten te worden.

 

Ingemisco

Ook de bekende tenor solo "Ingemisco" (letterlijk vertaald-zucht) drukt de hoop uit voor de zondaar die vraagt om de genade. 

 

Lacrymosa

Verdi bewerkte het duet "Qui me rendra ce mort? Ô funèbres abîmes!" uit het vierde bedrijf van zijn opera Don Carlos. Het resultaat van de bewerking voerde tot het indrukwekkende en expressieve "Lacrymosa", waarmee de sequentie van het “Dies Irae” wordt afgesloten.

 

Het Sanctus

Het Sanctus is opgebouwd uit een complexe Fuga voor twee koren na een korte inleiding van de koperblazers. 

 

Libera me

De compositie sluit af met het “Libera me”. Verdi bewerkte zijn eerdere versie die hij schreef voor Rossini in 1868. Het “libera me” waar koor en soliste elkaar afwisselen is voor elke sopraan het moeilijkste deel. Alle dramatische aspecten van een lyrico spinto moeten uit de kast worden gehaald om de dramatische kracht van dit deel recht te doen. Naast de dramatische aspecten moet de sopraan kunnen afwisselen naar zachte lyrische passages. Het ‘Libera me” is eigenlijk een huiveringwekkende en vertwijfelde vraag naar bevrijding versterkt door een briljante koor fuga. Het requiem eindigt met koperblazers in pianissimo in de toonsoort C Majeur. C majeur heeft de kleur van hoop en duid aan dat er nog hoop is na al de turbulenties.

De Bezetting voor het Requiem

 

Het Requiem is geschreven voor een groot orkest bestaande uit drie fluiten waarvan de derde fluit dubbelt op de piccolo, twee hobo’s, twee klarinetten, vier fagotten, vier hoorns, acht trompetten (waarvan vier buiten het toneel spelen gedurende het Tuba mirum), drie trombones, een ophicleïde (een verouderd instrument vervangen door een tuba in hedendaagse uitvoeringen), pauken, grote trom en strijkers.Vier solisten: sopraan, mezzosopraan, tenor en bas, dubbel koor.

De stijl en instrumentatie sluiten nauw aan bij de opera Aïda die Verdi vlak voor aanvang aan het requiem afsloot. Na het requiem volgen nog de opera’s Othello en Falstaff.

Aida

In 1872 werd Aida met groot succes voor het eerst uitgevoerd in La Scala. Oorspronkelijk werd gedacht dat de opera werd geschreven door Verdi ter gelegenheid van de opening van een nieuw operagebouw in Caïro of voor de opening van het Suezkanaal.

Dit is echter niet geheel correct: Verdi schreef Aida in opdracht van de Egyptische kedive ofwel de onderkoning van Egypte. Bij deze opdracht werd het onderwerp van de opera vastgelegd en had deze als doel een werk te worden dat de Egyptenaren als nationale opera konden aannemen.

Otello – Falstaff

 Na het Requiem schreef Verdi nog twee opera’s Otello en Falstaff. Ofschoon zijn relatie met de muziekuitgevers familie Ricordi verstoord raakte vanwege financiële onenigheden, was het toch Giulio Ricordi die Verdi aanzette tot het schrijven van Otello. Deze in 1887 uitgebrachte opera wordt beschouwd als de volmaakte Italiaanse tragische opera. 

 

Verdi’s eigen dood en begrafenis

Verdi regisseerde zijn uitvaart zelf en wenste uitvaart zonder poespas. "Zo simpel mogelijk." Geen liederen, geen muziek en geen advertenties. Verdi’s regieaanwijzing werd vrij geherinterpreteerd. Na een sobere en voorlopige teraardebestelling op 30 januari 1901, verzamelde zich een maand later driehonderdduizend rouwenden in de straten van Milaan. Verdi en zijn vrouw Giuseppina zouden worden overgebracht naar hun laatste rustplaats aan de Piazza Buonarotti. 

Geen vorst in Italië is ooit een ter aardebestelling van deze omvang ten deel gevallen. Het koninklijk huis, regeringsvertegenwoordigers uit Frankrijk, Oostenrijk en Duitsland waren aanwezig. Voorgegaan door Arturo Toscanini, de dirigent van La Scala, zong een achthonderdkoppig koor het Slavenkoor 'Va, Pensiero' waarbij het volk meezong in de straten van Milaan. Het 'Va, Pensiero' was reeds eerder een tweede Italiaanse volkslied geworden.

 

Testament

De componist had tijdens zijn lange en glansrijke carrière een behoorlijk vermogen vergaard. Niet alleen uit de muziek maar ook door de inkomsten van zijn landerijen in de Po vlakte. 

 Tijdens zijn laatste levensjaren had de componist voor zichzelf en zijn eerder overleden echtgenote Peppina aan de Piazza Buonarotti een laatste rustplaats gecreëerd. Een Casa di riposo, voor behoeftige en vergeten zangers en musici, bedacht en betaald door Giuseppe Verdi zelf.

Na zijn dood stelde hij het huis ter beschikking aan behoeftige zangers en musici. Het Casa di riposo is tot op heden in gebruik en is naast een rusthuis tevens een cultureel centrum. De jonge generatie musici kan hier de oudere generatie ontmoeten en profiteren van hun ervaring.

 

Verdi noemde  zelf zijn 'Casa di riposo' "mijn mooiste werk",

 

De Landerijen in de Povlakte werden toebedeeld aan neven en nichten met als voornaamste erfgename Verdi's nicht Maria.

Voor de Casa di riposo, werd een percentage vastgesteld van de auteursrechten op zijn hele oeuvre. Uitkeringsrapporten van de uitgeverij Ricordi maken duidelijk dat de Casa veel te danken heeft aan La Traviata. Sinds de Verdi-auteursrechten verjaard zijn waren het vooral donaties en erfenissen, staatshulp en verder ook de opbrengsten uit onroerend goed. 

 Veel bijdragen komen van vermogende Italianen in Amerika. Wanda Horowitz weduwe van de pianist Vladimir Horowitz en dochter van Toscanini bedacht enkele jaren geleden de Casa Verdi met miljoenen dollars om het voortbestaan van het rusthuis te waarborgen.

 

Dirigenten en het Verdi Requiem

 Voor vrijwel elke dirigent is het Verdi Requiem een soort van proefsteen iets speciaals. Niet elke dirigent kan de diepte van deze compositie doorschouwen. De partituur geeft zich niet vanzelf. Daar waar vaak de muziek zich als vanzelf ontplooid is bij het Verdi Requiem meer nodig. Begrip van vooral ook de tekst met begrip voor de katholieke historie en tradities met hun manipulerende op angst gebaseerde dogma’s.

De partituur van het requiem laten ook geen ruimte voor zelf realisatie van een dirigent. Alle effect zoeken voor succes zal uiteindelijk mislukken en de compositie onrecht doen. De kracht van dit werk is reeds volledig voorhanden in de partituur, het is de taak van de dirigent deze te doorgronden en tot klinken te brengen.

Het Verdi Requiem heb ik in minstens dertig uitvoerigen met verschillende orkesten, koren en solisten gedurende een periode van ongeveer twintig jaar kunnen dirigeren. Elke keer wanneer ik de partituur opnieuw bestudeer vind ik nieuwe aspecten tussen tekst en muziek die de dynamiek binnen het Requiem veranderen. De latijnse teksten uit de Requiem mis zijn verheven, verhalend en vrij abstract, deze moeten worden ingepast in de expressieve opera stijl van Verdi.

 

Dirigent Raymond Janssen

CD opnames van het Verdi Requiem


Er zijn vele CD opnames van het Verdi Requiem te vinden, sommige subliem andere minder. Van de oudere opnamen zijn vooral die van dirigenten Victor Sabata en Arturo Toscanini bijzonder.

Victor Sabata (1892-1967)

Victor Sabata was een van de grootste operadirigenten uit het verleden, zijn specialiteit was vooral Verdi en Puccini. Hij was meer dan 20 jaar lang de vaste dirigent van La Scala in Milaan. In La Scala werkte hij vooral met Renata Tebaldi en Maria Callas. In augustus 1953 werkte hij samen met Callas in zijn enige commerciële opera-opname: Puccini's Tosca voor HMV ook met Giuseppe Di Stefano en Tito Gobbi samen met het La Scala-orkest en koor. Deze productie wordt algemeen beschouwd als een van de grootste operaopnamen aller tijden.

Sabata werd gezien als een rivaal van zijn voormalige mentor Toscanini, de grootste Italiaanse dirigent uit de 20e eeuw die berucht was om zijn woede uitbarstingen.

 

"Toscanini's woede-uitbarstingen waren berucht. Opgenomen repetitiefragmenten tonen aan dat hij voortdurend schreeuwde tegen musici. Hij maakte hen uit voor "imbecielen". 

 

Toscanini was ook de schoonvader van de beroemde Russische pianist Vladimir Horowitz, die met zijn dochter Wanda trouwde.

Een vriendschap tussen de Italiaanse dictator Mussolini en Sabata maakte dat Toscanini zich uiteindelijk distantieerde van Sabata. Het was ook best opmerkelijk dat Sabata in Duitsland kon dirigeren tijdens het Nazi regime ondanks zijn joodse afkomst. Na een hartaanval die zijn dirigenten carrière beëindigde dirigeerde Sabata toch nog twee maal het Verdi Requiem, een keer tijdens een studio-opname van Verdi's Requiem in juni 1954 voor HMV, gevolgd door Verdi's Requiem in de Dom van Milaan in 1957.

 

Carlo Maria Giulini

Carlo Maria Giulini die zijn carrière startte als assistent van Victor Sabata heeft eveneens een reputatie opgebouwd met het Verdi Requiem. Vooral het optreden in Londen in 1964 zette een maatstaf.


Herbert von Karajan

Herbert von karajan, eveneens een protegé van Victor Sabata maakte diverse opnamen van het Requiem op de voor hem bekende grootse, wat trage maar wel expressieve manier. Vooral zijn laatste opname met Leontine Price was een succes.


Claudio Abbado en Riccardo Muti,

Beide Italiaanse dirigenten maakten geweldige opnamen van het Verdi Requiem die tot de beste behoren.


Georg Solti

De sublieme opname van Georg Solti met het Chicago Symfonie Orchestra mogen we niet vergeten.

Lijst met opera’s van Verdi

 

1839

Oberto, conte di San Bonifacio

première: 17 november 1839, Milaan Teatro alla Scala

Libretto:Temistocle Solera, gereviseerde versie van Antonio Piazza, Rocester

 

1840

Un giorno di regno ( Il finto Stanislao)

première: 5 september 1840, Milaan, Teatro alla Scala    

Libretto:Temistocle Solera, gereviseerde versie van Felice Romani "Il finto Stanislao",

 

1841-1842

Nabucodonosor (Nabucco)

première: 9 maart 1842, Milaan, Teatro alla Scala   

Libretto:Temistocle Solera naar het drama «Nabucodonosor» 

 

1842-1843

I Lombardi alla prima crociata

première:11 februari 1843, Milaan, Teatro alla Scala        

Libretto:Temistocle Solera naar Tommaso Grossi,

"I lombardi alla prima crociata", gedicht, (1826)

 

1844

Ernani

première: 9 maart 1844, Venetië, Teatro La Fenice

Libretto:Francesco Maria Piave, gebaseerd op Victor Hugo's toneelstuk

Hernani, ou l'Honneur Castillan (1830)

 

1844

I due Foscari

première: 3 november 1844, Rome, Teatro Argentina

Libretto:Francesco Maria Piave naar George Gordon Lord Byron,

"The two Foscari", tragedie, (1821)

 

1844-1845

Giovanna d'Arco 

première: 15 februari 1845, Milaan, Teatro alla Scala       

Libretto:Temistocle Solera, gedeeltelijk naar Friedrich von Schiller, "Die Jungfrau von Orléans", tragedie, (1801)

 

1845

Alzira

première:12 augustus 1845, Napels, Teatro San Carlo

Libretto:Salvatore Cammarano, naar Voltaire, «Alzire, ou Les Américains», tragedie, (1736)

 

1845-1846

Attila

première:17 maart 1846, Venetië, Teatro La Fenice         

Libretto:Temistocle Solera en Francesco Maria Piave naar Friedrich Ludwig Zacharias Werner,

"Attila, König der Hunnen ("Attila, de koning van de Hunnen")", tragedie, (1808)

 

1846-1847;

Macbeth

première:14 maart 1847, Florence, Teatro della Pergola; 

2e versie: 21 april 1865, Parijs, Théâtre-Lyrique Impérial Francesco Libretto: Maria Piave en Andrea Maffei naar William Shakespeare,

"Macbeth", tragedie, (1605/06), in de vertaling van Carlo Rusconi, (1838); 

2e versie: in de Franse vertaling van Charles Nuitter en Alexander Beaumont

 

1847

I masnadieri

première:22 juli 1847, Londen, Her Majesty's Theatre      

Libretto: Andrea Maffei naar Friedrich von Schiller, "Die Räuber", tragedie, (1781)

 

1847

Jérusalem

26 november 1847, Parijs, Grand Opéra Garnier

Libretto: Alphonse Royer, Gustave Vaëz, Franse vertaling van

"I Lombardi alla prima crociata", (1842) van Temistocle Solera

 

1848

Il corsaro

25 oktober 1848, Triëst, Teatro Grande

Libretto: Francesco Maria Piave, naar Lord Byron, "The Corsair", gedicht, (1814) in de Italiaanse vertaling van Giuseppe Nicolini, (1846)

 

1848

La battaglia di Legnano 

ook bekend als: L'assedio d'Arlem  

première: 27 januari 1849, Rome, Teatro Argentina 

Libretto:Salvatore Camarano naar François-Joseph Méry, «La Bataille de Toulouse».

 

1849

Luisa Miller

première: 8 december 1849, Napels, Teatro San Carlo    

Libretto:Salvatore Cammarano naar Friedrich von Schiller, "Kabale und Liebe", tragedie, (1784). De Franse bewerking van Alexandre Dumas père, «Intrigue et amour», (1847)

 

1850

Stiffelio

première: 16 november 1850, Triëst, Teatro Grande        

Libretto:Francesco Maria Piave naar Émile Souvestre en Eugène Bourgeois,«Le Pasteur ou L'Evangile et le foyer», drama, (1849)

in de Italiaanse vertaling van Gaetano Vestri, (1848)

 

1850-1851

Rigoletto

première: 11 maart 1851, Venetië, Teatro La Fenice        

Libretto:Francesco Maria Piave naar Victor Hugo, «Le Roi s'amuse», drama, (1832)

 

1852;

Il trovatore; 2e versie: Le Trouvère (met ballet)        

première: 19 januari 1853, Rome, Teatro Apollo;

2e versie: première: 12 januari 1857, Parijs, Opéra Garnier      

Libretto: Salvatore Cammarano en Leone Emmanuele Bardare

naar Antonio García Gutiérrez, "El trovador", drama, (1836)

Franse vertaling: Émilien Pacini

 

1852-1853;

La traviata 

première: 6 maart 1853, Venetië, Teatro La Fenice;

2e versie: première: 6 mei 1854, Venetië, Teatro San Libretto: Benedetto Francesco Maria Piave naar Alexandre Dumas, «La Dame aux camélas», roman, (1848)

 

1855

Les vêpres siciliennes (I vespri siciliani)

première: 13 juni 1855, Parijs, Opéra Garnier 

Libretto: Eugène Scribe en Charles Duveyrier

naar Eugène Scribe, «Le Duc d'Albe»;

Libretto werd oorspronkelijk geschreven voor Gaetano Donizetti, (1839)

 

1856-1857;

Simone Boccanegra

première: 12 maart 1857, Venetië, Teatro La Fenice;

2e versie: première: 24 maart 1881, Milaan, Teatro alla Scala Libretto: Francesco Maria Piave en Giuseppe Montanelli naar 

Antonio García y Gutiérrez, "Simón Bocanegra", drama, (1843);

2e versie: libretto uitgebreid door Arrigo Boito

 

1857

Aroldo

première: 16 augustus 1857, Rimini, Teatro Nuovo

Francesco Maria Piave, omwerking van het eigen libretto Stiffelio

 

1858-1859

Un ballo in maschera

Oorspronkelijke titel: La vendetta in domino, en was voor geschreven voor het theater van Napels.       

première: 17 februari 1859, Rome, Teatro Apollo     

Libretto: Antonio Somma naar Eugène Scribe, «Gustave III ou Le Bal masqué»;

zie ook: Gustave III. ou Le Bal masqué opera van Daniel-François-Esprit Auber. De censuur verlangde een verandering van het libretto,

in plaats van de Koning Gustaaf III van Zweden trad de gouverneur van Boston.

 

1862

La forza del destino

première: 10 november 1862, Sint-Petersburg, Imperatorskij opernyj Mariinskij theater

2e versie: première: 27 februari 1869, Milaan, Teatro alla Scala

Libretto: Francesco Maria Piave " Don Álvaro ó La fuerza del sino", drama, (1835),

uit het dramatisch gedicht "Wallenstein's Lager" van Friedrich von Schiller in de vertaling van Andrea Maffei. Een 2e versie werd omgewerkt en aangevuld door Antonio Ghislanzoni

 

1866-1867; 

Don Carlos

première: 11 maart 1867, Parijs, Théâtre Impérial de l'Opéra;

2e versie: première:1872, Napels, Teatro San Carlo;

3e versie: première:10 januari 1884, Milaan, Teatro alla Scala en op 29 december 1886, in Modena, Teatro Comunale       

Libretto: François-Joseph Méry, Camille Du Locle

naar Friedrich von Schiller, "Don Karlos, Infant von Spanien", dramatisch gedicht, (1787) en Eugène Cormon, (Pierre-Étienne Piestre), «Philippe II Roi d'Espagne», drama (1846);

2e versie: Italiaanse vertaling van Achille de Lauzières-Thémines;

3e versie: Camille Du Locle Italiaanse vertaling van Achille de Lauzières-Thémines en Angelo Zanardini

 

1871

Aida

première: 24 december 1871, Caïro

licht omgewerkte versie: première: 8 februari 1872, Milaan, Teatro alla Scala;

Franse versie met ballet: première: 22 maart 1880, Parijs, Opéra Libretto: GarnierCamille Du Locle en de componist (scène), Antonio Ghislanzoni (tekst), naar een ontwerp van de Egyptoloog Auguste Mariette Bey, (1869)

 

1886

Otello

première: 5 februari 1887, Milaan, Teatro alla Scala;

Franse omgewerkte versie met ballet: 

Première: 12 oktober1894, Parijs, Opéra Garnier    

Libretto: Arrigo Boito naar William Shakespeare "Othello or The Moore of Venice", tragedie, (1604/05);

Franse versie in de vertaling van Arrigo Boito door Camille Du Locle

 

1892-1893

Falstaff

première: 9 februari 1893, Milaan, Teatro alla Scala; 

licht omgewerkte versie: première:15 april 1893, Rome, Teatro Costanzi;

Franse versie: première:18 april 1894, Parijs, Opéra-Comique

Libretto: Arrigo Boito naar William Shakespeare, "The Merry Wives of Windsor", komedie, en "King Henry IV", historisch drama.