Basso Ostinato, een kort zich herhalend patroon in de baslijn en zo de basis van een compositie vormt. Ostinato komt uit het Italiaans en betekend “koppig” in het Nederlands.
In de volksmuziek wordt de Ostinato graag ingezet bij liederen en instrumentale muziek. In de barok werd deze term en wijze van musiceren overgenomen en veelvuldig gebruikt in de muziek.
We vinden de basso Ostinato zelfs al vroeger dan de barok, in Franse motetten van de 13e eeuw.
In de 15e eeuw vinden we de basso Ostinato terug in instrumentale dansen zoals: de passamezzo antico, de romanesca, de folia, de ruggiero, en de passamezzo moderno. De ostinato heeft hier een verwantschap met de cactus firmus.
Voorbeelden van de Basso Ostinato
Een voorbeeld vinden we in het Orgel Concerto in G minor, HWV 310 van Georg Friedrich Händel. Bij Claudio Monteverdi, bij Zefiro torna, Henry Purcell, “When I Am Laid in Earth” from Dido and Aeneas, bij Johann Sebastian Bach de Cantate No. 78 “Jesu, der du meine Seele”en de Passacaglia and Fugue in C Mineur voor orgel. De “Chaconne” uit de Partita in D Mineur voor solo viool. Bij Ludwig van Beethoven, 32 Variations in C Mineur. Bij Alban Berg, de Altenberg Lieder, Opus 4, No. 5