Basso Continuo

Basso Continuo

basso continuoBasso Continuo, voortdurende bas. Een harmonische en bijna improvisatorische begeleiding van een melodie, de harmonie wordt schetsmatig onder de bas aangeduid door middel van een cijfersysteem, becijferde bas. De term wordt ook gebruikt om de instrumentengroep die begeleid aan te duiden. Meestal is dit het klavecimbel, orgel of luit, met een bas instrument zoals de cello, fagot of viola da gamba.
De Franciscaner monnik Lodovico Grossi da Viadana zou de uitvinder zijn van de continuo techniek.

De Basso Continuo in de Barok

De Basso Continuo werd veel gebruikt in de Barok. Met de opkomst van de monodie, maakte de polyfonie plaats voor de begeleiding door middel van de Basso Continuo. Deze begeleiding gaf meer ruimte aan de solist of het melodie instrument tot een muzikale expressie.

De continuo spelers, met name de organist of klavecimbelspeler, was tevens de leider of dirigent van het barokensemble. In de Klassieke periode na 1775 werd steeds minder gebruik gemaakt van de basso continuo en de stijl verdween in de 19e eeuw. We vinden de continuo alleen nog terug als een gewenst effect, bijvoorbeeld bij de Marsen van Anton Bruckner. Hij verwijst hiermee naar de oudere stijl.

De Basso Continuo in de opera

De Continuo werd graag gebruikt in de opera als begeleiding van de recitatieven. Een voorbeeld is Le Nozze di Figaro van W.A. Mozart. De klavecimbelspeler is in de recitatieven van groot belang. Afhankelijk van zijn creativiteit en pallet van mogelijkheden, maakt hij de opera recitatieven tot een lust voor het oor.
Reactie plaatsen