Ouverture, betekend letterlijk opening en is een instrumentaal muziekwerk dat aan het begin van een opera of ballet, als inleiding wordt gespeeld. De thema’s van de opera worden voorgesteld aan de luisteraar om alvast in de stemming te komen. Later in de Romantiek werd de Ouverture ook als een zelfstandige compositie geschreven. Meestal in de sonate vorm. Voorbeelden zijn de Hebriden Ouverture van Mendelssohn en de Tragische Ouverture van Johannes Brahms.
De Canzona-ouvertures, zijn de eerste ouvertures die we kennen, ze werden al in de 17e eeuw ingezet bij de Venetiaanse opera. Een voorbeeld is de ouverture van Orfeo door Monteverdi.
De Franse ouverture
Eind 17e eeuw kwam de Franse Ouverture in opmars. De componisten Jean-Baptiste Lully en Jean-Philippe Rameau zochten naar een nieuwe manier om hun Dans Suite te openen en zij ontwikkelden de Franse Ouverture in A-B-A vorm.
Een langzaam en statig deel met een gepuncteerd' ritme (grave), werd gevolgd door een sneller virtuoos deel (vaak een fuga) en afgesloten met een herhaling van het statige eerste deel. Henry Purcell en Händel zette deze traditie voort.
Kenmerkend is het ‘gepuncteerde’ ritme in het langzame deel.
In de zeventiende eeuw werd dit ritme vaak overdreven uitgevoerd. De lange noot nog langer aangehouden en de daar op volgende korte noot nog korter gespeeld, dus dubbel gepuncteerd. Ofschoon deze notatie in de barok nog niet voor kwam, was het een kwestie van goede smaak.
‘Lombardisch ritme’
Het ging zelfs zover, dat het gepuncteerde ritme omgekeerd werd, ‘omgekeerd gepuncteerd' dus kort-lang werd uitgevoerd. Hiermee ontstaat het zogenoemde ‘Lombardisch ritme’ en bleef lange tijd erg in mode.
Franse stijl
Parijs was in de 17e en 18e eeuw het Europees centrum van goede smaak, waardoor ook de cultuur aan de Duitse vorstenhoven sterk Frans georiënteerd was. Er werd vooral veel Frans gesproken, het Franse theater en ballet waren bekend en geliefd. Menige Duitse hofkapel werd in de 18e eeuw gereorganiseerd naar Frans model. Het hof van Anhalt Köthen waar Bach tot 1723 als kapelmeester was aangesteld was eveneens volledig Frans georiënteerd en zelfs de tuinaanleg was in Franse stijl.
Bach maakte reeds in zijn jonge jaren kennis met de elegante Franse Stijl aan het hof van Celle. Hij kopieerde eigenhandig orgelwerk van Grigny en bestudeerde de muziek van klavecimbelvirtuozen als Couperin en Marchand.
Zoals de wieg van de sonate, de sinfonia en het concerto in Italië stond, zo stammen de suite en de ouverture uit Frankrijk. De suite is een reeks dansen ‘allemande, courante, sarabande, gigue, etc’ en stond model voor Bachs Franse Suites. Deze suites ‘klavierwerken’ werden meestal geopend met een Ouverture in Franse stijl.
De Italiaanse Ouverture
na 1700, ontstond in Italië de Italiaanse ouverture, ook Sinfonia genoemd naar het model van Scarlatti en Stradella. De Sinfonia is een voorloper van de Symphonie. De langzame inleiding van de klassieke symfonie is een overblijfsel van de Italiaanse ouverture.
Ook deze ouverture heeft de vorm A-B-A, maar de A is hier het snelle deel. De inzet is een allegro, gevolgd door een trager middendeel en eindigt met het snelle A deel.
Soms treffen we ook een A-B-C vorm. Het A gedeelte is een snel allegro. Het B-gedeelte is een langzaam deel. Het C deel is kort, virtuoos en snel.
In de Italiaanse Barok Ouvertures vinden we vaak virtuoze instrumentale solo's terug. Componisten die deze vorm graag gebruikten zijn Telemann en Bach.
Bekende Ouvertures
Alessandro Scarlatti -Sinfonia Olympia
Domenico Cimarosa, - Il matrimonio segreto - L'Olimpiade
J.S. Bach - Am Abend aber desselbigen Sabbatas, BWV 42 - Sinfonia - Die Elenden sollen essen, BWV 75 - Sinfonia - Gleichwie der Regen und Schnee vom Himmel fällt, BWV 18 - Sinfonia - Himmelskönig, sei willkommen, BWV 182 - Sinfonia - Ich geh' und suche mit Verlangen, BWV 49 - Sinfonia - Ich hatte viel Bekümmernis, BWV 21 - Sinfonia - Tritt auf die Glaubensbahn, BWV 152 - Sinfonia - Wir danken dir, Gott, wir danken dir, BWV 29 - Sinfonia
Georg Friedrich Händel - Acis and Galatea - Admeto, - Agrippina - Alcina - Alexander Fesst - Saul - Solomon
Johann Christian Bach, - 6 Favourite Ouvertures in 8 Parts
Johann Joseph Fux - Ouverture in C major, K.334 - Ouverture in G minor, K.355
Christoph Willibald Gluck - Ipermestra - Iphigénie en Aulide, - Iphigénie en Tauride - Orfeo ed Euridice
Wolfgang Amadeus Mozart - Idomeneo - - Die Entführung aus dem Serail - Le Nozze di Figaro - Il dissoluto punito ossia, il Don Giovanni - Così fan tutte - Die Zauberflöte - La Clemenza di Tito
Joseph Haydn - Armida, - L'isola disabitata,
Ludwig van Beethoven - Die Geschöpfe des Prometheus - Coriolan - Egmont - Fidelio - Leonora I, II, en III.
Franz Schubert -Rosamunde
François Adrien Boieldieu - La dame blanche - Jean de Paris
Luigi Cherubini - Les Abencérages - Anacréon - Médée
Felix Mendelssohn - Sommernachtstraum - Die Hebriden
Jean Sibelius - Karelia
Franz von Suppé - Banditenstreiche - Dichter und Bauer - Leichte Kavallerie
Robert Schumann -Manfred
Gioacchino Rossini - Il Barbiere di Siviglia - La Cenerentola - Eduardo e Cristina - La Gazza Ladra - Guillaume Tell - L'Italiana in Algeri - Otello - La Scala di Seta - Semiramide - Il signor Bruschino - Le siège de Corinthe - Tancredi
Giuseppe Verdi, - La forza del destino - Nabucco - Overture - Un giorno di regno - Les vêpres siciliennes
Hector Berlioz
- Le roi Lear - Le Corsaire
Michail Glinka - Ruslan i Ljudmila-
Bizet, Georges - Carmen
Richard Wagner - Der fliegende Holländer - Tannhäuser - Lohengrin
Johannes Brahms - Akademische Fest Ouvertüre - Tragische Ouvertüre
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski - Ouverture 1812 - - Romeo ed Giulietta