Polyfonie

Polyfonie,Polyfonie, de term komt uit het Grieks en betekend meerstemmigheid. In de muziek verwijst deze schrijfstijl naar een techniek waarbinnen alle stemmen gelijkwaardig en onafhankelijk zijn.


De polyfonie ontwikkelde zich gelijktijdig met de muziek notatie vanaf de 11e eeuw.


In het vroege polyfone constructieprincipe was het regel dat de toegevoegde stemmen moesten passen bij slechts één vaste stem, de cantus firmus genoemd, ofwel de Tenor. De stemmen hoefden niet onderling te passen binnen het contrapunt. Deze stijl was kenmerkend voor de Ars Antiqua, de muziek in de 13e eeuw, waarbij soms vreemd klinkende dissonanten optraden.




Typische polyfone muziekvormen zijn de canon, het motet en de fuga.



Van polyfonie naar Monodie

Toen de componisten omstreeks 1600 overschakelden naar de monodie waarbij de melodie ondersteund werd door akkoordbegeleiding, raakte de polyfonie op de achtergrond.



Johan Sebastian Bach en Heinrich Schütz

Enkele componisten, zoals Heinrich Schütz en Johan Sebastian Bach zetten het polyfone wel verder door. Bach wist de lineaire polyfonie te vervolmaken door deze te verbinden met de verticale onderliggende harmonie.



Polyfonie in de klassieke muziek en romantiek

De polyfonie is ook in de klassieke en romantische periode een belangrijke compositietechniek gebleven. In Oratoria, Missen en symfonisch werk werd de polyfone muziek als fuga ingezet.


Twee voorbeelden zijn te vinden in het requiem van W.A. Mozart en het Stabat Mater van Rossini.

Reactie plaatsen