Sonate, een instrumentaal muziekstuk voor een of meer spelers met een vaste evenwichtige opbouw, die bestaat uit meestal vier delen. De sonate was voor het eerst te horen in de Barok en vinden we in zijn volmaakte vorm terug bij de Klassieke componisten. De Sonatevorm heeft alleen betrekking op het eerste deel van een Sonate. Deze vorm is ook de basis voor een symfonie.
De opbouw van een Sonatedeel:
Expositie
Doorwerking
Reprise
Coda
Deze vorm is vergelijkbaar met een verhaal, met een opening en het voorstellen van de personages, de uitwerking hiervan en het plot en een resumerend slot.
De Sonate in de Barok
De Sonate in de Barok was een muziekstuk voor een solo instrument begeleid door een basso continuo. De triosonate was een populaire muziekvorm ontworpen door Angelo Corelli eind 17e eeuw in Rome. Hij schreef twee varianten: de Sonata da Camera en de Sonata da Chiesa.
Domenico Scarlatti wordt de grondlegger van de Sonate voor het klavier genoemd. Met zijn rond 500 sonaten voor klavecimbel die hij oorspronkelijk essercizi, ofwel oefeningen noemde. Hij schreef deze korte briljante werken in een A-A vorm of A-B vorm die hij later uitbreide tot een uiteindelijke A-B-A vorm. De thema’s contrasteerden van lyrisch tot dramatisch, of van snel naar traag, of omgekeerd.
De klassieke Sonatevorm
De basis vorm van de klassieke sonate:
Introductie (optioneel)
Expositie
hoofdthema
Overgang
Neventhema in de dominant wanneer hoofdthema majeur is, of in de paralleltoonsoort wanneer hoofdthema mineur is .
Doorwerking
Reprise
Coda
De sonatevorm is niet altijd gelijk, er zijn vele variaties mogelijk.
Een bekend voorbeeld van een sonate met een introductie is de sonate "Sonate Pathetique" van Ludwig von Beethoven. Na de langzame inleiding, start de expositie met een snel thema.
De expositie van een sonate bevat meestal een of twee thema's, deze thema's zijn contrasterend van karakter en toonsoort. het eerste thema verschijnt in de hoofdtoonsoort , het tweede thema in de dominant. Soms spreekt men ook van een mannelijk en vrouwelijk thema. Is de hoofdtoonsoort in mineur, dan is het gebruikelijk dat het tweede thema, het neventhema, in de majeur paralleltoonsoort verschijnt.De expositie wordt vaak afgesloten met een codetta, die later weer terug komt in de Coda.
De doorwerking laat delen van de beide thema's in meerder toonsoorten en varianten horen. Naar mogelijkheid worden beide thema's met elkaar verbonden en samengesmolten tot een harmonisch geheel.
In de reprise is het resultaat van de doorwerking hoorbaar. Beide thema's verschijnen in de hoofdtoonsoort.
Na de reprise komt een coda, die het deel afsluit.
Codetta
Codetta betekend letterlijk kleine staart. De Codetta is een afsluiting van een deel van de compositie. In de Sonate de afsluiting van de expositie.
Coda
Coda betekend letterlijk staart en is de afsluiting van de sonatevorm.
De sonatevorm een template ?
De sonatevorm, het klinkt als iets verhevens, in werkelijkheid en in praktische zin was het gewoon een template, die gebruikt werd om gemakkelijk te kunnen componeren. De proporties, de vorm en perioden liggen hierbinnen al vast. Succes verzekerd ! wanneer de componist voldoende creativiteit en kennis bezit om binnen deze kaders iets moois te schrijven. Het genie zoals Beethoven en Mozart, beheersten dit genre uit de kunst en maakten van deze vorm uitmuntende muziekstukken die ook vandaag nog, een breed publiek aanspreken.
Sonaterondo
Een variatie op de sonatevorm is het sonaterondo waarin het refrein wordt afgewisseld met de contrasterende thema’s en of secties. Wanneer we het refrein A noemen en de verschillende contrasterende sectie B en C, ziet het schema er als volgt uit: ABACAD waarbij D de coda is.