Wereldpremière teruggevonden opera van Spontini
Door het Nederlandse tijdschrift ‘Luister’ werd de ontdekking omschreven als
‘de grootste muziekhistorische vondst van de eenentwintigste eeuw’.
Ontdekt zijn de manuscripten van:
- Het melodramma buffo Il quadro parlante uit 1800;
- Het drama giocoso Il geloso e l’audace uit 1801;
- De farsa giocosa Le metamorfosi di Pasquale ossia Farsa uit 1802;
- De cantate L’eccelsa gara uit 1806.
De opera’s, zijn geschreven in Italië en Parijs tussen 1800 en 1806; zij verkeren in goede staat en hebben een bijzondere wetenschappelijke waarde.
Vermoedelijk zijn de partituren in de hertogelijke bibliotheek van Kasteel d’Ursel beland via de erven van Céleste Erard; zij was de echtgenote van componist Gaspare Spontini.
Kasteel d’Ursel
De Erardfamilieleden waren Parijse muziekuitgevers en vooral bekend als de meest toonaangevende Franse pianobouwers.
De wereldpremière op vrijdag 19 januari 2018
De wereldpremière van de opera opera ‘Le metamorfosi di Pasquale’ zal plaatsvinden op vrijdag 19 januari 2018 in Venetië. In een coproductie met theater La Fenice, een van de beroemdste en oudste operahuizen ter wereld. Spontini schreef deze komische eenakter voor het carnaval van Venetië in 1802. De librettist Giuseppe Foppa liet zich inspireren door de commedia dell’arte, wat een verhaal opleverde met de nodige liefdesintriges en verkleedpartijen.
216 jaar later zal deze verloren gewaande opera alsnog zijn wereldpremière gaan beleven. Plaats van het gebeuren is het Teatro Malibran, een van de oudste historische theaters in Venetië. Dirigent Gianluca Capuano leidt het operaorkest en een internationale cast van topzangers. De laatste van de vijf uitverkochte opvoeringen op 27 januari, zal meteen het carnaval 2018 voor Venetië inluiden.
Gaspare Spontini (1774-1851)
In 1803 vertrok de Italiaanse componist Spontini naar Parijs. Parijs was een culturele smeltkroes voor de ontwikkeling van de opera geworden. De componist Christoph von Gluck, de Franse Revolutie en het Napoleontische keizerrijk waren de uitgelezen ingrediënten die een gunstig klimaat vormden voor de opkomst van serieuze en grote operaproducties.
Met ‘La Vestale’ geschreven in 1807 wist Spontini zijn naam te vestigen naast zijn collega’s Luigi Cherubini en Etienne Nicolas Méhul.
In navolging van Gluck wist Spontini als eerste de vorm van de ‘tragédie lyrique’ succesvol om te bouwen tot de ‘Grand-Opéra’.
Als eerste echte grand opéra wordt La muette de Portici van Daniel Auber (Parijs, 1828) beschouwd, gevolgd door Guillaume Tell van Gioacchino Rossini (Parijs, 1829).
In 1810 werd hij directeur van het Théâtre Italien in Parijs. Slechts twee jaar wist hij deze functie te behouden omdat het theater in grote financiële problemen was gekomen.
In 1819 reisde Spontini naar Berlijn, op verzoek van koning Friedrich Wilhelm III van Pruisen en werd door hem benoemd tot hofcomponist en General-Musikdirektor. Helaas moest hij ook deze post verlaten in 1841 tengevolge van zijn tirannieke optreden als directeur. Hij keerde terug naar Parijs om vervolgens 1850 naar zijn geboorteplaats Majolati terug te keren. Hij stierf op 24 januari 1851 op 76-jarige leeftijd.
Maria Callas in La Vestale
Na Spontini’s overlijden verdween hij enigszins uit beeld, maar de opera La Vestale bleef wel op het repertoire. De sopraan Maria Callas, een van de eerste echte mediasterren kreeg interesse in Spontini en zij vertolkte in 1954 voor het eerst de hoofdrol in de opera La Vestale .
tekst: Raymond Janssen