Johann Sebastian Bach

Johann Sebastian Bach

Johann Sebastian Bach Johann Sebastian Bach, 1685-1750 was tijdens zijn leven vooral bekend als organist. In zijn compositie stijl blijkt een diep inzicht in zowel harmonische vernieuwing als het complexe barokke contrapunt. Hij was de meester in de kunst van de fuga en de Noord – Duitse stijl.

Tegen het einde van zijn leven verminderde zijn populariteit omdat rond 1730 een lichtere natuurlijke hofstijl in mode kwam. Bach kreeg het verwijt te formalistisch en ouderwets te zijn. Hij gaf formele complexiteit voorrang ten koste van emotionele kracht. Nu waren het zijn zoons Carl Philipp Emanuel en Johan Christian Bach die op de voorgrond traden.

Johann Sebastian Bach was een ambachtsman en een pragmaticus. De meeste van zijn werken zijn direct verwant aan de eisen die op dat moment aan hem werden gesteld. Pas in de 19. eeuw kwam een nieuwe belangstelling voor zijn composities. Vooral de gewijde vocale werken en de klavier werken werden opnieuw uitgevoerd. Het was Felix Mendelssohn die de Matthäus Passion herontdekte en in 1829 voor het eerst uitvoerde sinds Bach’s dood.

Het karakter

Johann Sebastian Bach had een moeilijk karakter zijn ruzies met zijn leerlingen waren legendarisch. Hij duelleerde zelfs bijna met een leerling. Hij was in conflict was met de consistorie en moest meerdere malen om deze redenen verhuizen. In Weimar aan het hof, moest hij vanwege intriges vertrekken. Zijn aanstelling als kapelmeester aan het hof van de hertog van Weimar leverde hem een gevangenisstraf op, wegens gebrek aan loyaliteit.

Kapelmeester aan het hof van Anhalt Köthen

[caption id="attachment_201048" align="alignleft" width="152"]Johann Sebastian Bach Prins Leopold[/caption]

Aan het hof van Anhalt Köthen was Bach’s meest creatieve tijd. In Köthen had hij een hofkapel tot zijn beschikking met 17 musici waarvoor hij kon componeren. In 1721 begon hij met de samenstelling van oudere en nieuw gecomponeerde instrumentale muziekwerken. Later onder de naam "Brandenburgischen Konzerten"

Daarnaast begon hij aan het "Wohltemperierten Klavier" en schreef 6 partita's voor viool en sonaten.

in het voorjaar van 1720 begon hij aan das "Clavierbüchlein" oorspronkelijk geschreven voor de muzieklessen aan zijn kinderen. Das "Clavierbüchlein" bevat onder andere twee en drie stemmige Inventionen en drie Sinfonien. In juli 1720 stierf zijn vrouw Maria Barbara Bach. In 1721 trouwde hij met de zangeres Anna Magdalena Wilcke. Uit dit huwelijk kwamen 13 kinderen, waarvan er 7 in hun kinderjaren stierven. Johann Sebastian Bach In 1721 ontstond een conflict met zijn werkgever Prins Leopold von Anhalt-Köthen. Leopold was verontwaardigd dat Bach zijn Brandenburgischen Konzerten wijde aan Christian Ludwig Markgraaf van Brandenburg. Bach mocht de titel “fürstlichen Kapellmeisters zu Anhalt-Köthen” behouden en zou nog tot 1728 muziek voor Leopold von Anhalt-Köthen schrijven, maar moest wel vertrekken en een nieuwe werkgever zoeken.

Johann Sebastian Bach als Thomaskantor in Leipzig

Nadat Telemann en Johann Christoph Graupner de positie als Thomaskantor afwezen werd Bach in 1723 als “een derde” keuze benoemd. Als Kantor en Musikdirector kreeg hij de verantwoordelijkheid voor de kerkmuziek in de vier hoofd kerken van Leipzig en voor de muzieklessen in de Thomasschool. Hij kreeg de opdracht om een Cantate per week te schrijven. In het totaal zou hij 300 Cantaten schrijven. Voor de Goede Vrijdag schreef hij de "Johannespassion" en de "Matthäuspassion".

In 1729 volgde Bach 'Georg Phillip Telemann' op als muzikaal leider van het Collegium musicus. Voor dit ensemble schreef hij een groot aantal wereldlijke cantaten zoals de Bauernkantate en de Kaffeekantate. Met de uitvoering van de "h-Moll-Messe" kreeg Bach een nieuwe titel aangeboden aan het hof in Dresden onder August III : “königlich polnischen und kurfürstlich sächsischen Hofkompositeurs”. Die Kunst der Fuge heeft Bach in Dresden niet meer kunnen afmaken vanwege gezichts problemen. Twee mislukte oogoperaties verzwakten zijn gezondheid en stierf drie maanden later.

Johan Sebastian Bach, getallen en Rozenkruiser

In de laatste 50 jaar heeft men zich gebogen over de vraag of Bach een Rosenkruiser zou zijn geweest. Rozenkruisers horen thuis in de rij van Pythagoreeërs, Kabbalisten, Gostici, de Alchemisten en Vrijmetselaars.

Het is onmiskenbaar dat Bach zijn composities een diepere betekenis wilde geven door symboliek en vooral de getallen symboliek. Getallen speelden een belangrijke rol in de muziek van de zeventiende en achttiende eeuw.

In de Duitse barok periode was het ook een geliefde bezigheid om 'Paragrammen' te maken. De woorden van een gedicht werden omgezet in getallen. Deze werden opgeteld en tot een codegetal gemaakt. De kunst was om een nieuw gedicht te schrijven met hetzelfde code getal.

De Duitse filosoof Leibniz 1646-1716 beschreef muziek als
"de verborgen sommen van een geest, die zich er niet van bewust is dat hij aan het rekenen is.''

Andere bronnen verwijzen ernaar dat Bach kennis had van de Fibonacci code. Leonardo van Pisa 1170 - 1250, beter bekend als Fibonacci, was een Italiaanse wiskundige die een universele code ontdekte. Het is een terugkerende code te vinden in de natuur en de gulden snede. Vandaag de dag wordt de code nog gebruikt voor data compressie.

100 = 3 + 8 + 89. De rij van Fibonacci begint met: 0, 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89, …

Bach heeft zich zelf nergens over dit thema uitgelaten. Het is ook twijfelachtig of hij als Lutheraan zich zou hebben ingelaten met dit magisch bijgeloof. Zijn werkgevers in Leipzig zouden dit zeker niet hebben getolereerd en zijn positie als Thomaskantor in gevaar hebben gebracht.

Het is zeker wel mogelijk dat hij aangesloten was bij de Rozenkruisers. Musicologen zijn nog steeds intensief bezig met het verder onderzoeken van Bach’s composities op codes en getalsymboliek.

Voor wie meer wil lezen, hier een interessant artikel van Rob van den Berg
"Bach ist Anfang und Ende aller Musik."

Max Reger over Johann Sebastian Bach (1906)

Reactie plaatsen