Cesar Franck

Cesar Franck

Cesar FranckCesar Franck, 1822-1890 was de Belgische in Luik geboren componist, met een voorkeur voor serieuze symfonische en instrumentale vormen. Sterker nog, hij wees de frivole en spectaculaire muziek van zijn tijdgenoten af. Zijn composities vallen op door de rijke op Wagner geïnspireerde harmonieën en een verfijnde lyriek. Hij beïnvloede daarmee vele Franse componisten.

Cesar Franck reisde al vanaf zijn elfde levensjaar als een piano wonderkind door België. Voor zijn eigen optredens schreef hij enkele virtuoze pianowerken in een galante stijl om zijn publiek te imponeren. In 1837 werd hij toegelaten aan het conservatorium in Parijs en liet zich neutraliseren tot Fransman.

Onder invloed van zijn conservatoriumopleiding wijzigde Cesar Franck zijn muzikale opvattingen. Hij besloot een 'serieus' musicus te worden en verwierp al zijn eerder gecomponeerde werk.

Het Parijse publiek van zijn tijd, was gewend aan de mondaine Grand Opéra en konden Franck’s vernieuwingen in harmonie en contrapunt niet waarderen. Zij vonden Cesar Franck te 'Duits' klinken.

Franck en zijn leerlingen

Franck was een geliefd docent voor een groep jonge musici en componisten, onder wie Vincent d'Indy, Guillaume Lekeu, Ernest Chausson, Henri Duparc, Joseph Guy Ropartz en Paul Dukas. Zij waren het die zijn persoonlijke post-romantische stijl bewonderden en propagandeerden. Vanwege Francks zachtaardige karakter noemden de leerlingen hem: le maître angélique en le père Franck . De groep leerlingen en componisten die hij om zich heen verzamelde werd 'la bande à Franck' genoemd, zij braken met de overheersing van de conservatieve opvattingen in de Franse operamuziek, ten gunste van de nieuwe symfonische en kamermuziek.

Cesar Franck de organist

Cesar FranckNa een korte aanstelling bij de Église Notre-Dame-de-Lorette werd hij in 1853 vaste organist van de Église Saint-Jean-Saint-François du Marais. Geïnspireerd door het spel van Jacques-Nicolas Lemmens verbeterde hij zijn pedaalgebruik en ontwikkelde een zeer persoonlijk geaarde improvisatiewijze.

Franck was een van de grootste orgelvirtuozen van zijn tijd en tevens de grootste improvisator op dit instrument. Een hang naar het mystieke was een hoofdkenmerk. In 1859 werd hij organist van de Église Sainte-Clotilde, het eerste neogotische kerkgebouw van Frankrijk, waar hij op 1 december een van de mooiste instrumenten van de orgelbouwer Aristide Cavaillé-Coll inwijdde. Tot aan zijn dood zou hij deze functie blijven vervullen. In 1862 schreef Cesar zijn 6 Piecès voor orgel die een eerste mijlpaal waren.

Cesar Franck de orgeldocent.

In 1872 werd Franck na vele intriges door de invloedrijke Cavaillé-Coll en zijn protegé Widor, benoemd tot orgeldocent aan het Parijse conservatorium als opvolger van Francois Benoist, die ook leraar van Camille Saint Saëns en George Bizet was geweest. Cesar Franck legde volgens meerdere bronnen zijn focus op improvisatie ten koste van techniek. Na Franck's dood werd hij opgevolgd door Charles Widor. Met de komst van Widor, die een leerling van de legendarische Belgische organist Lemmens was, ging er een volstrekt andere wind waaien. Een diep ingrijpende heroriëntatie op het punt van de speel techniek trat op de voorgrond en Franck's intuïtieve onderwijs methode moest plaats maken voor onderwijs op rationele principes. Louis Vierne (Franse organist, componist en orgelpedagoog) drukte het zo uit: Bij Franck was het ‘toeval’ de enige leidsman in technische zaken. Het is duidelijk dat Franck te kampen had met jaloerse collega’s.

Een van Franck's leerlingen aan het conservatorium was Vincent d'Indy, die later een biografie zou schrijven waarin hij zijn oud-leraar op lyrische toon verheerlijkte. D'Indy zou zich zijn leven lang opwerpen als een fanatieke verdediger van Francks muzikale erfenis.

Vioolsonate

Franck schreef deze als huwelijksgeschenk voor zijn landgenoot de violist Eugene Ysaye. Deze vioolsonate zou een van de populairste en meest gespeelde in de romantiek worden. In de vioolsonate gebruikte hij het door hem ontworpen cyclische principe.

Cyclische-principe


De vier contrasterende delen met elkaar versmelten door het opening thema in meerde varianten in alle delen te laten terug komen.

Prelude Choral et Fugue

De improvisatorische Prelude leid direct naar een sober koraal waarbij de bas noten herinneren aan het pedaal gebruik op het orgel. In de fuga komt het koraal thema terug in een climax.

Variations Symphoniques

Deze zes variaties en een Finale voor piano en orkest is een compact pianoconcert en een van Franck’s mooiste composities. Uniek in de piano literatuur met een gelijkwaardige rol voor de piano en het orkest.

Reactie plaatsen