- Franz Liszt in Weimar
- Cosima Wagner-Liszt en haar Dagboeken, een aanrader !
- Franz Lizt en 'die Neu Deutsche Schule' ofwel 'de Nieuwe Duitse School'
- Hans von Bülow-Liszt leerling
- Franz Liszt als pianist
- Frederic Horace Clark en Liszt
- Franz Liszt pianotechniek in het kort, volgens F.H. Clark
- Franz Liszt en zijn vrouwen
- Composities van Franz Liszt
- Sonate in b klein
- Faust symfonie
- Mefistowals nr1
- Franz Liszt etudes
- De 19 Hongaarse rapsodieën van Franz Liszt
- Liszt's operatranscripties
- Late pianowerken
Franz Liszt | componist-pianist de spil waar alles omdraaide in de romantiek.
Franz Liszt, 1811-1886 een van de meest boeiende kunstenaars persoonlijkheden van de 19 e eeuw. Hij was de centrale figuur, de spil waar alles omdraaide in de romantiek.
Als pianist zette hij de piano in en zijn mogelijkheden in een nieuw daglicht. Met zijn ongekende virtuositeit behaalde hij fenomenaal succes in heel Europa en verwierf een status die niet zou onderdoen voor een huidig popidool.
Tijdens zijn carrière als rondreizende virtuoos werden de wilde bijval die hij "Lisztomania" noemde. Het woord "Lisztomania" werd het eerst gebruikt door de dichter Heinrich Heine na een concert van Liszt bijwoonde in Berlijn.
Als componist was hij een vernieuwer en baanbreker, als persoon zette hij zich onbaatzuchtig en met tomeloze energie in voor jonge talentvolle collega's, componisten en jonge musici.
Op jonge leeftijd had Liszt al in heel Europa succesvol opgetreden, uit religieuze overwegingen trok hij zich terug uit het openbare leven en overwoog priester te worden. Nadat hij Paganini hoorde spelen keerde hij terug naar de piano, vervolmaakte zijn spel en verbaasde zijn publiek met zijn ongekend technisch niveau en complexe piano virtuositeit.
Franz Liszt trok zich opnieuw terug als concertpianist nadat hij een affaire startte met de gravin Marie D’agoult, met haar trouwde en zich samen in Zwitserland en Italië vestigde. In Zwitserland en Italië brak een nieuwe creatieve periode aan als componist.
Liszt sloeg paaltjes, waarmee huidige pianisten nog steeds te dealen hebben.
In 1838 betrad hij opnieuw het podium en stelde de norm voor de moderne pianisten door zonder bladmuziek te spelen en met de introductie van het solorecital.
In deze periode reisde hij opnieuw door heel Europa en vond een nieuwe geliefde de prinses Carolyne zu Sayn Wittgenstein.
Het Vaticaan werkte niet mee om zijn eerste huwelijk nietig te verklaren en een huwelijk met Carolyne bleef uit.
Franz Liszt in Weimar
De straffe eisen van zijn extravagante levensstijl eisten hun tol en op 35-jarige leeftijd keerde hij de rug naar het virtuoos zijn toe en koos ervoor om zich permanent in Weimar te vestigen. Ook op aandringen van zijn minnares en metgezel, de prinses Carolyne von Sayn-Wittgenstein. In Weimar wijdde hij zich volledig aan het ondersteunen van nieuw muzikaaltalent en aan het schrijven van muziek.
Als dirigent bracht hij in Weimar tal van nieuwe composities in prèmiere. Liszt vervulde de rol van een soort "Guru". Uit heel Europa reisden musici naar hem toe voor lessen en inspiratie. Ook nu zette hij zich opnieuw in voor collega componisten en in het bijzonder voor Richard Wagner. Liszt stichtte in Weimar “Die Neu Deutsche Schule” en beïnvloede sterk Richard Wagner die Liszt’s dochter Cosima huwde.
Cosima Wagner-Liszt en haar Dagboeken, een aanrader !
Cosima schreef tal van dagboeken waarin ze haar dagelijkse leven beschrijft. Deze dagboeken zijn een van de meest boeiende documenten die een gedetailleerd beeld geven over Wagner, Liszt en hun tijdgenoten: Hans von Bülow, Johannes Brahms, Ludwig van Beieren, Joachim Raff, Theodor Kirchner etc……
De dagboeken documenteren ook wat Listzt en zijn uitgebreide kring in hun privéleven bezielde, gesprekken, beslommeringen, problemen en plannen.
Franz Lizt en 'die Neu Deutsche Schule' ofwel 'de Nieuwe Duitse School'
In de tweede helft van de 19e eeuw had Franz Liszt in Weimar een groep componisten en muziekwetenschappers om zich heen verzameld, die vorm wilden geven aan de muziek van de toekomst. Naast Liszt en zijn leerlingen Joachim Raff, Peter Cornelius, Alexander Ritter, Felix Draeseke en Wendelin Weißheimer liepen Hector Berlioz en Richard Wagner ver vooruit.
De term "Neudeutsche Schule" stamt van Franz Brendel, uitgever van het tijdschrift Neue Zeitschrift für Musik.
De Neudeutsche Schule ofwel de Nieuwe Duitse school zette zich af tegen de eerste Weense school die zich oriënteerde op de absolute muziek van componisten als Johannes Brahms en Felix Mendelssohn-Bartholdy. De voorstanders van de Neudeutsche Schule streefden een meer programmatische muziek na, theatraal en sterk literair georiënteerd.
De heftige en emotioneel beladen 'Musik Streit' werd in openlijke debatten gevoerd en verder uitgevochten in de twee voornaamste muziektijdschriften, de Neue Zeitschrift für Musik en de Rheinischen Musik-Zeitung.
De bekende en invloedrijke dirigent Hans von Bülow en Johannes Brahms hadden aanvankelijk sympathie voor de ideeën van de Neu Deutsche Schule maar werden later tegenstanders van deze nieuwe stroming.
Hans von Bülow-Liszt leerling
[caption id="attachment_201922" align="alignleft" width="279"] Hans von Bülow[/caption]
Onder de vele leerlingen van Liszt bevond zich Hans von Bülow, een briljante pianist die de belangrijkste dirigent van de 19e eeuw werd. Liszt's dochter Cosima trouwde in 1853 met Bülow en hadden een gelukkig huwelijk totdat Cosima Richard Wagner ontmoette. Cosima en Wagner werden hopeloos verliefd en Cosima werd uiteindelijk zwanger. Een scheiding van von Bülow en daarna het huwelijk met Wagner volgden nog voor de geboorte van hun eerste kind.
Bülow stond bekend als een opvliegende persoonlijkheid, maar toch verdedigde hij tijdens de rest van zijn leven de werken van Wagner . Hij leidde de premières van meerdere Wagner opera's ondanks zijn persoonlijke grieven ten opzichte van Wagner. Zijn toewijding aan Liszt als leraar, schoonvader en vriend evenals aan de muziek van Liszt was levenslang.
Hans von Bülow was naast pianist vooral dirigent. Zijn orkest in Mannheim was beroemd om discipline. Bülow wist op een efficiënte manier zijn repetities in te delen. Bijzonder is dat de musici van zijn orkest moesten staan tijdens het spelen behalve de celli en fagotten.
Bülow bleef ook als pianist optreden en reisde uitgebreid in Europa en de Verenigde Staten. Hij was de eerste solist die het eerste pianoconcert van Tchaikovsky uitvoerde in de Verenigde Staten.
Franz Liszt als pianist
Liszt kreeg werd voornamelijk opgeleid door Carl Czerny die op zijn beurt weer een leerling van Beethoven was. Czerny ontwikkelde een methode waarbij vooral het vingerspel nog centraal stond. Listzs wens om zijn technisch kunnen uit te breiden en nieuwe dimensies aan het pianospel toe te voegen deden hem experimenteren met het arm gewicht. Liszt zat relatief laag aan de piano en verderaf van het toetsenbord als in zijn tijd gebruikelijk was.
"Het kan het me niet schelen hoe snel je octaven kunt spelen" Merkte Liszt op tegen een leerling in een masterclass en was duidelijk niet onder de indruk van zijn spel. "Wat ik wil horen is de galop van de paarden van de Poolse cavalerie voordat ze kracht verzamelen en de vijand vernietigen!"
Frederic Horace Clark en Liszt
Tijdgenoten en vooral zijn leerlingen beschreven uitvoerig hoe Liszt piano speelde en noteerden zijn aanwijzingen. De jonge Frederic Horace Clark wist waardevolle informatie van Liszt te verkrijgen betreft zijn wijze van pianospel. Clark verzamelde de verkregen informatie in 6 boeken.
Hoewel vaak en veelvuldig naar Clark wordt verwezen, zijn zijn boeken nooit echt populair geworden vanwege het moeilijk heroïsche en fantasierijke taalgebruik.
Bertrand Ott heeft inin 1987 de meest complete samenvatting van Liszt-getuigen samengevat. Ott verwijst eenduidig naar Clark als de meest waardevolle bron.
Franz Liszt pianotechniek in het kort, volgens F.H. Clark
Een boog tussen wervelkolom en de vingers die weer op hun beurt een naar zich toetrekkende beweging maakten. De vingers bleven voornamelijk passief en door (tegengestelde) rotatie van bovenarm en onderarm verschoof hij het gewicht van vinger naar vinger. De vingers hielden nagenoeg bij elke speelbeweging contact met de toets. Een denkbeeldige bal glijd schuivend over het klavier. Zachtheid en vooral "het tasten" waren kernbegrippen van zijn techniek (anders aan men zou verwachten). Zijn speelbewegingen bestonden niet uit geïsoleerde bewegingen maar door roterende bewegingen vanuit de boven arm, onderarm met de vingers in het verlengde. Alle bewegingen waren tot een minimum beperkt en voor de toeschouwer nauwelijks waarneembaar.
Zijn vingerbewegingen waren bijna niet te zien, heet leek alsof zijn vingers aan de toets vastgeplakt zaten. Elke beweging kwam voort uit een kolkende roterende beweging vanuit de bovenarm, nauwelijks zichtbaar. De vingers "slaan" nooit een toets aan.F.H. Clark over Listzt
Franz Liszt en zijn vrouwen
Marie d'Agoult alias Daniel Stern.
Van 1833 tot 1844 op 23 jarige leeftijd had Liszt een relatie met schrijfster Marie d'Agoult die haar werken publiceerde onder de naam"Daniel Stern".
Gravin Marie d'Agoult verliet haar man en kinderen voor Franz Liszt. Samen reisden ze tien jaar door Zwitserland en Italië. Drie kinderen later strandde hun relatie.
Zij kregen twee dochters, Blandine en Cosima, en een zoon, Daniël die op zeer jonge leeftijd overleed. Dochter Blandine, Liszts dochter Cosima (1837-1930) trouwde tegen Liszt's instemming met Richard Wagner.
De relatie met Gravin Marie d'Agoult bood Liszt naast een romantische relatie tevens financiële zekerheid en een vaste verblijfplaats. Marie d'Agoult verkeerde in de hoogste adelijke kringen. Haar vele connecties openden ook vele deuren voor Liszt. Aan de relatie kwam in 1844 een einde. Liszt had de reputatie van rokkenjager en flirte openlijk met andere vrouwen.
Uit deze periode stammen ook zijn Études d'Exécution Transcendante, Grandes Etudes de Paganini en twee van de drie suites Années de Pèlerinage.
Perikelen
Liszt had, na zijn muzikale duel met Sigismond Thalberg, zijn honger naar het concertpubliek opnieuw ontdekt. In april 1838 reide hij naar Wenen om deel te nemen aan een benefietconcert voor slachtoffers van overstromingen in Hongarije.
Volgens de Memoirs van Marie's d'Agoult is de vervreemding in hun relatie terug te voeren op deze specifieke gebeurtenis. Volgens Marie was zijn reis naar Wenen niet gedreven door humanitaire overwegingen, maar eerder door "het vooruitzicht op goedkope salon successen" zoals zij dat noemde. Liszt vermaakte zich in Wenen en genoot van zijn successen.
Marie was woedend en eiste van Franz om onmiddellijk terug te keren, maar toch bleef hij tot haar grote ergernis nog een paar weken in Wenen.
Toen hij terugkwam, beschuldigde Marie hem van ontrouw en hun relatie begon langzaam te verbleken. Gesprekken over een eventuele scheiding maar zonder de relatie te beëindigen waren aan de orde.
Marie wilde met de kinderen terugkeren naar Parijs en haar carrière als schrijfster oppakken zo zou Liszt vrij zijn om zijn tournee's voort te zetten. Maar tegen oktober 1838 is Marie opnieuw zwanger en Liszt besluit om naast haar te blijven staan. Na de geboorte van hun zoon Daniel op 9 mei 1839 werden de scheidingsplannen doorgezet en Marie keerde terug naar Parijs met de kinderen. Ze namen afscheid in Florence en Marie merkte op: "Ik ben bereid om je minnares te zijn, maar niet een van je minnaressen."
Marie herstelde haar literaire salon in Parijs, terwijl Liszt zich vermaakte met de sopraan Karoline Unger en met Marie Pleyel.
Hun relatie bleef gespannen, in een brief van januari 1840, vroeg Marie spottend aan Franz of ook zij ontrouw kon zijn, en is diep geschokt door zijn reactie. "Je vraagt me om toestemming om ontrouw te zijn! Het doet er weinig toe. Als het een behoefte is, of een plezier, of gewoon een afleiding, doe het dan. Ik zal tevreden zijn en gevleid. "Marie antwoordde," jouw manier van kijken naar dingen zal altijd onbegrijpelijk voor me zijn. Het is net zo onmogelijk voor mij om te begrijpen als voor een vis om te vliegen. 'Maar Marie was nog niet klaar.....
[caption id="attachment_201914" align="alignright" width="220"] Charlotte von Hagen[/caption]
Sinds haar terugkeer naar Parijs had Marie haar sociale leven opgepakt en tevens ook haar literaire ambities waargemaakt. Marie begon George Sand weer te zien, wat zowel Chopin als Liszt jaloers maakte. Haar vrienden waren Balzac, Sainte-Beuve, Eugène Sue en vooral Emile de Girardin. Hij was getrouwd en de hoofdredacteur van de invloedrijke krant 'La Presse'. Hij werd onmiddellijk verliefd op Marie en moedigde haar aan om onder het pseudoniem Daniel Stern voor hem te schrijven en had tevens een gepassioneerde affaire met haar. Liszt vergeldde zich door openbare affaires met de Poolse gravin Eva Hanska, Charlotte von Hagen, Bettina von Arnim, Lola Montez, Marie Pleyel en Marie Duplessis.
Toen Marie in 1846 haar roman Nélida publiceerde onder de pseudoniem Daniel Stern was Liszt woedend. Het is duidelijk dat Marie's slecht vermomde autobiografie hem niet aanstond en in een slecht daglicht plaatste.
Prinses Carolyne zu Sayn-Wittgenstein
In 1847 leerde hij prinses Carolyne zu Sayn-Wittgenstein kennen tijdens een concertreis in Rusland . Tot een huwelijk is het nooit gekomen, omdat de katholieke kerk de ontbinding van het huwelijk tussen prinses Carolyne en haar echtgenoot, prins Nicholas zu Sayn-Wittgenstein verbood. Ze bleven pogingen ondernemen om toch tot een huwelijk te komen. In 1860 werd het definitief duidelijk dat de katholieke kerk halsstarrig bij haar besluit zou blijven. De relatie werd wel voortgezet. Prinses Caroline von Sayn-Wittgenstein, wakkerde zijn ook zijn belangstelling voor religie opnieuw aan. In Rome zou Liszt de lagere priesterwijdingen ontvangen.
Composities van Franz Liszt
Liszt was als componist met zijn geavanceerde harmonie en compositietechnieken zijn tijd ver vooruit. Een voorbeeld is zijn late pianowerk "Nuages gris" met zijn "zwervende akkoorden". Arnold Schönberg was mateloos geïnteresseerd in Liszt en verwees regelmatig naar de geavanceerde harmoniek van de latere composities.
De grote populariteit van de pianovirtuoos Liszt stond de populariteit van de componist Liszt in de weg. Het heeft lang geduurd om hem als componist de eer te doen toekomen die hij verdiende.
Hij sloeg een brug naar de impressionistische muziek van Franse componisten zoals Claude Debussy. Zijn latere composities waren baanbrekend voor de twintigste-eeuwse muziek.
Nog steeds komen nieuwe stukken van Liszt aan het licht. Uit geschriften uit de negentiende eeuw weten we dat sommige stukken hebben bestaan. Voor een deel zijn ze nog niet opgedoken, andere worden geheim gehouden of....beleggers bewaren ze in een kluis.
Sonate in b klein
Deze eendelige pianosonate is door Franz Liszt gecomponeerd tussen 1849 en 1853 en is niet meer weg te denken uit het pianorepertoire. de b klein Sonate is een van de pianowerken uit de Romantiek die het uiterste van een pianist verlangen. Niet alleen technisch maar ook mentaal-muzikaal. De Sonate is opgedragen aan Robert Schumann.
Zij is opgebouwd rond vijf thema’s die worden gecombineerd en bewerkt op een manier die Wagners techniek van het Leitmotiv aankondigde.
Faust symfonie
Liszt schreef dit werk in 1854. Een van Liszt’s favoriete literaire werken was "Faust" van Goethe.
Een eerste versie van de Faust Symfonie ontstond in 1854 een jaar na de voltooing van Liszt's enige pianosonate in b klein. Deze eerste versie bestond uit drie karakterstudies van Faust, Gretchen en Mefisto. Het koor en de tenorsolo aan het einde ontbraken hier nog.
Bij gelegenheid van de plaatsing van een monument voor Goethe en Schiller in Weimar, ging de Faust symfonie in 1857 in Première. Liszt bracht nog meerdere veranderingen aan in de partituur tussen 154 en 1857. Nog niet echt tevreden over het resultaat, reviseerde hij het werk nogmaals voor een nieuwe uitvoering door Hans von Bülow in 1861, tevens het jaar van publicatie van de partituur. Opnieuw reviseerde Liszt de symfonie en voegde in1880 nog tien maten toe aan het tweede deel.
De componist hanteerde geen opusnummers en de symfonie verscheen later met de identificatie nrs. S 108 en 513.
Hij noemde het werk 'Eine Faust-Symphonie in drei Charakterbildern'.
- Het eerste en langste deel is in C-groot en staat in teken van Faust zelf, de gekwelde dromer met een onverzadigbare lust tot leven. Het deel bestaat uit vijf kortere delen die het thematisch materiaal bevatten voor de gehele symfonie.
- Het tweede deel is korter en staat in de toonsoort As, en bevat een gepassioneerd orkestraal liefdesduet van een verlangende Gretchen.
- Het derde deel is het meest opmerkelijke en boeiende deel, dat geen eigen thema's bevat maar op een bizarre diabolische manier gebruik maakt van de thema's uit het eerste deel. De enige uitzondering is een citaat uit Malédiction, een vroeger werk van Liszt. De Faust motieven worden getransformeerd tot grotesk en ironisch. Na een infernale fuga zet het koor in met het "Chorus mysticus" waarmee Goethe’s Faust II eindigt. De verlossing wordt gesymboliseerd door de tenorsolo het ‘Ewig Weibliche’. Gustav Mahler eindigde enkele jaren later zijn Achtste symfonie met deze zelfde tekst. Met de Faust symfonie toont Franz Liszt duidelijk zijn eigen weg voort te zetten na zijn aanvankelijke enthousiasme voor de wagneriaanse stijl.
Mefistowals nr1
Het thema van deze compositie komt uit "Faust" van de Oostenrijkse dichter Nikolaus Lenau.
Franz Liszt etudes
12 Etudes d’exécution transcendante S 139
Liszt publiceerde de Douze études en douze exercises in 1826 toen hij vijftien was.
Later breidde hij de etudes uit en vormden zij de basis voor de Grandes etudes uit 1838. Zij bleken voor de gemiddelde pianist onspeelbaar en in 1852 publiceerde hij een ‘herziene’ versie onder de titel Douze études d’exécution transcendante, opgedragen aan zijn leraar Czerny. Hij voorzag 10 etudes van een titel.
Ook deze Douze études d’exécution transcendante uit 1852 zijn nog steeds extreem moeilijk. In iedere pianistengeneratie zijn er slechts weinigen die deze etudes volledig de baas zijn.
Etude nr. 5 "Feux Follets" (dwaallichtjes) zou in technische zin wel het meest ingewikkeld en veeleisend zijn, door de combinatie van sprongtechniek , souplesse en lichtheid.
Van een aantal etudes zijn meerdere versies door de tijd heen ontstaan. Zo bestaat er van Mazeppa, de vierde etude, zowel een tweede versie (uit 1840) als een orkest versie.
Étude nr. 1 in C-majeur: "Preludio", presto;
Étude nr. 2 in a-mineur: "Fusées", molto vivace;
Étude nr. 3 in F-majeur: "Paysage", poco adagio;
Étude nr. 4 in d-mineur: "Mazeppa", allegro;
Étude nr. 5 in Bes-majeur: "Feux Follets", allegretto;
Étude nr. 6 in g-mineur: "Vision", lento;
Étude nr. 7 in Es-majeur: "Eroica", allegro;
Étude nr. 8 in c-mineur: "Wilde Jagd", presto furioso;
Étude nr. 9 in As-majeur: "Ricordanza", andantino;
Étude nr. 10 in f-mineur: "Appassionata", allegro agitato;
Étude nr. 11 in Des-majeur: "Harmonies du Soir", andantino;
Étude nr. 12 in bes-mineur: "Chasse-Neige", andante con moto.
6 Etudes d’exécution transcendante d’après Paganini S 140
Deze Paganini-études uit 1838 vormen nog steeds een highlight uit de 19e eeuwse pianoliteratuur. Deze droegen opnieuw bij aan de ontwikkeling van de moderne pianotechniek en werden lange tijd als vrijwel onspeelbaar geacht.
De etudes zijn gebaseerd op de capriccio's van Niccolò Paganini voor viool, met uitzondering van de derde en meest bekende etude "La Campanella" die zich baseert op de finale van het tweede viool concert van Paganini.
Met name de originele versie van de Paganini-études, voordat Franz Liszt deze reviseerde bevatten gemene bijna niet oplosbare technische problemen. Voor de herziene versie van 1841 maakte hij de textuur dunner en verwijderde enkele van de extreem technische problemen. Ondanks het weghalen van de grootste moeilijkheden blijven het acrobatische meesterwerken. Ze werden opgedragen aan Clara Schumann.
De 19 Hongaarse rapsodieën van Franz Liszt
Liszts Hongaarse rapsodieën bevatten duidelijk door de zigeunerwereld beïnvloede trekken. Anders dan bij de 20e eeuwse Bela Bartók en Zoltan Kodaly die de meer authentieke stijl zochten. Bij Liszt en ook Brahms vinden we de geromantiseerde zigeunerstijl.
De componist kwam voor het eerst in 1840 bij zijn terugkeer naar Hongarije in aanraking met zigeunermuziek hij werd geïnspireerd door de overgave en extase die uit deze aanstekelijke muziek in zich had. Bij het eerste rapsodieën is een eenheid te vinden in stijl die zeer virtuoos is. We horen nabootsing van het zigeuner orkest en Hongaarse dansritmes. De laatste vier rapsodieën dateren uit latere jaren rond 1880 en zijn geheel anders in stijl kenmerkend voor Liszt's latere jaren. Meer sober en abstract.
Hongaarse rapsodie nr. 2
De Hongaarse rapsodie nr. 2 in cis-mineur S.244/2 is de tweede in de reeks van negentien Hongaarse rapsodieën en is beslist het meest bekende werk van de componist.
Het stuk was gecomponeerd in 1847 en werd later georkestreerd in samenwerking met Franz Doppler. Een derde versie werd door Franz Liszt in 1874 gecomponeerd voor quatre-mains.
De Hongaarse rapsodie nr. 2 werd vanwege zijn populariteit gebruikt in de animatiefilm "The Opry House" uit 1929 gespeeld door Mickey Mouse. Ook Bugs Bunny in de Warner Brothers cartoon Rhapsody Rabbit gebruikte de muziek op een succesvolle manier. Vervolgens de overbekende versie met Tom and Jerry "The Cat Concerto" De film werd Oscar laureaat voor de beste korte animatiefilm van1947.
Liszt's operatranscripties
Franz Liszt zelf schreef al op 13-jarige leeftijd een opera, de eenakter "Don Sanche ou le Château d'amour". Na dit jeugdwerk heeft hij zich niet meer aan dit genre gewaagd. Het verklaart wel zijn enthousiasme voor het werk van andere opera componisten.
Meer dan zestig operatranscripties schreef Liszt naar opera’s van Rossini, Berlioz, Wagner, Verdi, Tchaikovsky, Bellini, Mozart, Donizetti, Gounod en Meyerbeer.
Zijn operatranscripties zijn grootschalige virtuoze en effectvolle pianowerken waarmee hij enerzijds met bekende melodieën het publiek kon behagen en gelijktijdig zijn collega componisten onder de aandacht van het concertpubliek wist te krijgen. In de 19e eeuw waren er geen radio, televisie of cd's.
De bewerkingen van Rossini en Wagner zijn nauwgezet de partituur volgend, tot stand gekomen. De meeste transcripties zijn doorweven met zijn eigen ideeën en inbreng.
Enkele bekende operatranscripties door Franz Liszt
La muette de Portici von Auber S. 387
Réminiscences de Norma S. 394
Concert Parafrase "Rigoletto"
Ouverture Freischütz S. 575
Réminiscenses de Don Juan S. 418
Danza sacrale et duetto aus Jewgeny Onegin S. 429
Tscherkessenmarsch S 4061
Sarabanda und Chaconne aus dem Singspiel Almira von Händel S. 181
Bénédiction et serment, deux motifs de Benvenuto Cellini S. 396
Valse de l’opéra Faust S. 407
Isolde’s Liebestod S. 447
"O mein houder Abendstern" Recitativ und Romanze aus der Oper "Tannhäuser"
Phantasiestück über Motive aus "Rienzi"
Réminiscences de Lucia di Lammermoor S. 397
Marche funèbre et Cavatine de Lucie de Lammermoor S. 398
Halloh! Jagdchor und Steyrer aus der Oper Tony S. 404
Illustrations de l’Africaine S. 415
Late pianowerken
Liszts tijdgenoten schreven in hun nieuwe composities steeds meer noten en steeds meer complex om het romantische klankbeeld uit te kunnen drukken. Franz Liszt die een vernieuwer was en steeds opzoek naar nieuwe wegen sloeg voor zijn late pianowerken een tegenovergestelde weg in. Zijn late pianowerken bevatten steeds minder noten. Het weglaten van een absolute toonaard en ruwe dissonanten verwijzen al naar het impressionisme en zelfs het expressionisme.
Bekende late pianowerken van Franz Liszt:
La lugubre gondola
Nuages gris
Unstern:
sinistre
disastro